Sinterklaas zat weer eens te denken,
Waar zal ik vandaag nou toch gaan tanken?
"Oh," zei piet, "dat is toch zeker niet nodig,
Want met een paard is benzine overbodig."
"Dat is het 'm nou juist," zei Sint aangedaan,
"Mijn paard is door zijn rug gegaan.
Al die duizenden cadeautjes worden me te veel,
Dus het lijkt me beter dat ik maar een auto steel."
"Maar Sinterklaas toch!", riep Piet uit,
"Stelen dat mag niet, pas maar op dat men je niet opsluit!
Bovendien bent u nog nooit in een auto geweest,
U rijdt vast iemand aan," jammerde Piet bevreesd.
"Oh nee!" riep Sint geschrokken,
"Ik maak natuurlijk geen brokken!
En dat stelen, ach, dat is toch niet zo raar,
De bestolene vraagt volgende vijf december maar een nieuw exemplaar.
Nu wordt het tijd dat we haast gaan maken,
Want over een uur moeten deze cadeautjes toch aan de Diessenseweg geraken."
Toen liepen Sint en Piet naar buiten, heel vlot,
En sloegen van de dichtstbijzijnde auto de ruiten kapot.
De contactsleutel lag toevallig nog op de stoel,
Dat vonden Sint en Piet wel cool.
Ze raceten ervandoor met een aardige vaart,
Maar de Sint kreeg last van zijn lange baard.
"Help me Piet," zei hij gehaaid,
"Mijn baard zit in het stuur verdraaid"
Maar o jee, het was al te laat,
Piet viel flauw en was tot niks meer in staat.
Sint begon te gillen, er was niks anders wat hij nog kon doen,
Hij reed regelrecht de sloot in, met een luide boem.
Van de klap werd Piet weer wakker,
En hij zei, "Sint, mijn beste makker,
Ik weet niet goed wat nu te beginnen,
Er is maar een ding wat ik kan verzinnen."
Hij pakte een grote schaar en verschoof Sints staf,
Vervolgens knipte hij vlug Sint z'n baard eraf.
"Wat doe je nou!" riep Sint verdoofd,
"Geen kind die zo nog in me gelooft!"
"Dat is van latere zorg," antwoordde Piet daarop,
"We moeten haast maken, anders wordt deze Sinterklaasavond een grote flop."
Daarop kropen Sint en Piet haastig de sloot uit,
En slopen de weg over zonder het maken van enig geluid.
Want het was maar beter om er voor te zorgen dat niemand naar Sint staart,
Wat zouden ze wel niet van hem denken, zo gekreukt en zonder baard.
Piet sloop een kledingzaak binnen en griste onopgemerkt wat kleren weg,
Voor stelen had hij blijkbaar wel enige aanleg.
Sint en Piet kleedden zich haastig om in de struiken,
Zonder dat iemand ze kon horen, zien of ruiken.
Incognito vervolgden ze hun pad,
Zonder dat Piet de cadeautjes vergat.
Ze hadden nog een half uur, dus liepen ze in draf,
Snel de Diessenseweg af.
Het goede huis hadden ze al vlug gevonden,
Dus kieperden ze de cadeautjes naar binnen, regelrecht en onomwonden.
"Gelukkig, dat hebben we gehad," verzuchtte Sint zonder vloeken,
"Laten we snel een vliegtuig naar Spanje zoeken.
Want dit was het laatste cadeautje, dus nu kunnen we vlug,
Lekker weer naar huis terug."
Dat was wat ze deden, na een flesje haargroeimiddel voor Sints baard te kopen,
Want met zo'n kale kin kan hij toch niet over straat gaan lopen?
Ze rusten nu uit van dit avontuur, zittend op een fraai balkon,
Terwijl ze genieten van de Spaanse zon.
Waardering: 6.32 met 34 uitgebrachte stemmen
Dit gedicht is ingezonden door Josien
Volgende gedicht: Sinterklaas, de moordenaar
Vorige gedicht: Al doucht een Piet zich superschoon
Terug naar de lijst met ingezonden gedichten
Sinterklaasgedichten zoeken op trefwoord