Ingezetenen van Sint Servaas,
Tot u spreekt Sint Nicolaas.
Het doet mij vreselijk veel verdriet,
Dat een ieder op het web uw commentaren ziet.
Hierin word ik niet bejubeld of gezegend,
Maar op een zeer averse wijze bejegend.
Vanwaar opeens die afkeer jegens mij,
Ik kom slechts één keer en maak kinderen blij.
Kunt u het niet verkroppen,
Dat ik u niet verwen na het toestoppen?
Vanwaar toch die vijandelijkheden,
Zo gauw ik met mijn paard kom aangereden.
Draait het nu echt om die paar centen,
Zijn de huidige grootjes zulke krenten?
Ja, ik zeg u heel frivool,
Ik ben slechts een symbool.
Ik ben de verpakking van het geheel,
Maar de financiën dat is jullie deel.
Jarenlang werd dit geaccepteerd,
En nu opeens word ik geweerd.
Zijn er geen verzoeningsmogelijkheden,
Zodat wij tot elkander treden?
Het gaat er niet om dat ik moet winnen,
Maar ik weet niet wat ik moet beginnen.
Mijn Pieten zijn reeds aan het muiten,
Ik krijg ze met geen garde naar buiten.
En alsof het voor mij al is gebeurd;
Hebben zij al de zakken reeds verscheurd.
Vandaar ingezetenen van Sint Servaas,
Spreek ik u toe als Sint Nicolaas.
Laten wij de strijdbijl begraven,
En laat mij weer over uw daken razen.
Ingezonden dcor Dolf de Jong.
Waardering: 8 met 25 uitgebrachte stemmen
Dit gedicht is ingezonden door Dolf
Volgende gedicht: Sinterklaas heeft een stoppelbaard
Vorige gedicht: Sinterklaas zat op het dak
Terug naar de lijst met ingezonden gedichten
Sinterklaasgedichten zoeken op trefwoord