Sint en Piet waren aan het denken,
Wat ze jou moesten schenken.
Ze zochten in gaten en hoeken,
Maar ze wisten niet waar ze moesten zoeken.
Opeens zei Piet: "Ik weet ’t al,
We geven haar een overall"
(Is dat met dubbel L?
Ik dacht van wel!)
“Overall? Ja maar… ze is toch geen bouwvakker!”
Sint en Piet waren aan het denken,
Wat ze jou moesten schenken.
Ze renden van hot naar her,
En ze zagen onderweg een pasgetrouwd stel.
Opeens zei Piet:
‘Ik weet het!… Niet!’
“Ja maar … zij is toch geen bouwvakker!”
Sint en Piet waren aan het denken,
Wat ze jou moesten schenken.
Toen scheurden ze met hun motor weg,
En kregen jammer genoeg autopech.
Opeens zei Piet: "Plopperdeplop,
We geven haar een Bouwer de Bob."
“Ja maar…. Ze is toch geen bouwvakker!”
Sint en Piet waren aan het denken,
Wat ze jou moesten schenken.
Ze gingen op weg naar de Paus in Rome,
En vroegen aan iedereen hoe ze er moesten komen.
Ze vroegen aan de Paus in volle glorie:
"Wat staat er vandaag in de Story?"
De Paus zei: "Stop met kwaken
En kom gewoon meteen ter zake!"
Toen zei Piet: "Wij zaten te denken,
Om Karin een Bob de Bouwer of een overall te schenken."
“Ja maar… ze is toch geen bouwvakker?!”
Toen gingen Sint, Piet en de Paus verder denken,
Wat ze haar dan moesten schenken.
Ze vlogen per paard naar de Verenigde Staten,
Want de Paus en George Bush zijn dikke maten.
Ze vroegen aan George Bush in vol glorie:
‘Wat stond er gisteren in de Story?’
Bush zei, trekkend aan zijn joint:
"Just get to the point."
Toen zei de Piet:
"We weten het cadeautje voor Karin niet."
"Sorry, I’m too busy,
And besides I’m also dizzy,
Go to your fucking friend in Holland,
And place an advertisement in the krant."
Zo gezegd, zo gedaan,
En ze gingen daar vandaan.
“Ja maar…..laat maar!”
Dus gingen ze naar Nederland,
Maar kwamen uit in Engeland.
Ja want…. Piet is een beetje dom,
Dus dan maar naar de Queens Mum.
"Die is toch dood?" vroeg Piet.
"Och," zei de Sint, "dat boeit toch niet!"
Toen vroegen ze aan haar in vol glorie:
"Wat stond er eergisteren in de Story?"
De Queens Mum zei: "Dat weet ik toch niet!
Ik lees bloody cup of tea alleen the Margriet!"
Het koninklijk paleis was ontzettend mal,
Je zag rare dingen overal.
(Is dat met dubbel L?
Ik dacht van niet!)
“Overal? Ja maar…. Ze is toch geen bouwvakker!”
Sint, Piet en de Paus waren aan het denken,
Wat ze jou moesten schenken.
Onderweg naar Nederland,
Kreeg Piet een lekke band.
Sint, Piet en de Paus moesten toen lopen.
Met Piets,
Fiets,
Aan de hand.
Ze liepen naar een dorpje met pit,
En vroegen aan de smid,
In volle glorie:
"Wat stond er de dag voor eergisteren in de Story?"
"Weet ik niet," zei de smid,
"Maar ik geloof dat er in je achterband een pepernootje zit."
De smid moest toen lachen en riep hen reeds toe:
"Wie zoet is krijgt lekkers, dus geef haar een Pooh,
Beer."
“Oh nee! Nou niet dat van die bouwvakker weer!”
Sint, Piet en de Paus waren aan het denken,
Wat ze jou moesten schenken.
"Een Poohbeer?
Wat moet je daar nou weer
Mee?"
Dus Sint, Piet en de Paus vonden dat geen goed idee,
Ze gingen met de fiets naar het station,
En zaten daar met een stuk karton,
Waarop stond geschreven:
"Wat zullen wij Karin geven?"
Ze kregen allerlei ideeën,
Van elfjes en feeën,
Zoals badschuim of een bal,
Of wat dacht je van een overall?
(Is dat met dubbel L?
Ik dacht van wel!)
Of een metselmes of cirkelzaag,
Maar daarop volgde de vraag:
“Ja maar…. Ze is toch geen bouwvakker?”
Toen waren Sint, Piet en de Paus weer aan ’t denken,
Wat ze jou moesten schenken.
Op het station vonden ze het niet,
"Wat moeten we nou?" vroeg Piet.
Opeens riep Sint in volle glorie:
"We gaan naar de redactie van de Story."
Daar aangekomen riep de Paus: "Welverdorie,
Wat stond er twee dagen voor eergisteren in de Story?"
Iedereen keek de drie raar aan,
De Paus dacht: "Wat heb ik nu weer fout gedaan?"
Sint zei: "We willen een advertentie zetten,
En dan gaan we goed opletten,
Want we weten nog steeds niet goed,
Wat voor Karin gekocht worden moet."
Heel verontwaardigd vroeg toen de baas:
"Maar lees je dan nooit de Story, Klaas?"
"Normaal wel," zei de Sint,
"Maar ik ben bang dat ik de Story van twee dagen voor eergister niet meer vind."
"Dat is dan dom," aldus meneer Chachatimoparin.
"Dat was de Story over Karin,
Alle mogelijke cadeautjes stonden daarin.
Wat heeft die Story dan voor zin,
Gehad?
Nou ben ik het helemaal zat,
Lees die Story eerst maar goed.
En dan vraag je me pas wat je voor haar kopen moet."
Meneer Chachatimoparin draaide nu helemaal door,
Hij begon te schreeuwen, te schelden en ga zo maar door.
De mijters vlogen in het rond,
Meneer Chachatimoparin maakte het wel erg bont.
Hij was niet meer te stoppen,
Overal zag je koppen.
Piet werd wit, Sint werd blauw,
Sint veegde het bloed af met zijn mouw.
De baas kon het niet meer zien,
En haalde Story nummer tien,
Alias de Story van twee dagen voor eergister.
En hij zei tegen de Sint: "Nu moet je eens goed luisteren, mister!
Pak deze Story, neem hem mee,
En ga ‘m lezen op de plee."
Zo gezegd, zo gedaan,
Na tien minuten kwam hij ervandaan,
Hij glunderde en vertrok samen met Piet en de Paus.
Ze kwamen nog langs het graf van Claus.
Sint vertelde hun uitbundig het idee,
Over de cadeautjes en de surprise erbij.
Piet en de Paus juichten een gat in de lucht,
En Sint slaakte een diepe zucht.
Eindelijk was het dan voorbij,
Na dagen zoeken hadden ze een cadeautje voor mij.
De Paus ging terug naar zijn eigen huis,
Sint en de Paus moesten zich haasten, want ze kwamen op de buis.
Dit is het einde en alles is goed,
Pak je cadeautjes uit, dan ben je zoet.
Zing daarna een wellustig lied,
Dan zeggen wij:
Groeten van Sint en Piet.
Waardering: 4.8 met 30 uitgebrachte stemmen
Dit gedicht is ingezonden door Mariet
Volgende gedicht: Als zilte winden uit het westen
Vorige gedicht: Ja hoor, Sint en Piet zijn weer in ons land
Terug naar de lijst met ingezonden gedichten
Sinterklaasgedichten zoeken op trefwoord