Sint en Piet hadden al uren gelopen,
Om voor Gerard een kadootje te kopen.
Winkel in en winkel uit,
"Ik stop er mee," riep de Sint luid.
"Ik ga mooi naar huis,
Voor de haard en voor de buis."
Plotseling riep de Piet:
"Ik zie daar wat, Sint, zoals je ziet."
De Sint die immers snel vergeet,
Holde zijn benen uit zijn reet.
Zonder zich verder te bezinnen,
Stormde Sint de winkel binnen.
"Geef daar maar een kilo van,
Ik hoop dat hij dat op kan."
Zo gingen ze met de worst de winkel uit,
De straat weer in met Piet vooruit.
De Sint nam steeds bij iedere hoek,
Die worst weer uit zijn broek.
Om er dan op te kauwen,
En dan weer in zijn zak te stouwen.
Piet keek zo het zaakje eens aan,
En dacht: "Die worst gaat zo naar de maan.
Als hij zo door gaat met slikken,
Dan hoop ik maar niet dat hij er in zal stikken."
De Sint werd zo langzamerhand groen en geel,
Echt waar, hij had worst op, veel te veel.
"Ik hou het niet meer langer uit,"
Riep de Sint hardop en voluit.
Daar stond hij dan in vol ornaat,
Geheel bescheten en wel op straat.
De rest van de worst ruimde Piet gauw op,
Zo gingen ze naar huis in vol galop.
Piet heeft de rest voor jou gauw ingepakt,
Zodat hij hoopt dat jij het beter aanpakt.
Waardering: 5.7 met 40 uitgebrachte stemmen
Dit gedicht is ingezonden door Erwin
Volgende gedicht: Sint, die goede oude vent
Vorige gedicht: Lieve Anja
Terug naar de lijst met ingezonden gedichten
Sinterklaasgedichten zoeken op trefwoord